Specialist in digitale netwerkverbindingen
Maatwerk & installatie op aanvraag
Artikelen leverbaar uit voorraad en back to back
Vandaag besteld, morgen geleverd

Zo bereid jij je voor op de eerste fase van de AI Act  


Zo pas je de eerste fase van de AI Act toe 

Om je op weg te helpen met de voorbereidingen op de eerste fase van de AI Act, zetten we hieronder een kort stappenplan voor je op een rij: 

  • Stap 1: Inventariseer alle AI die je met je bedrijf gebruikt. In sommige gevallen heb je misschien niet eens door dat je gebruikmaakt van een programma waar kunstmatige intelligentie bij komt kijken. Zoek dit dus goed uit. AI kan bijvoorbeeld een deel zijn van software die je gebruikt, zoals een CMS-systeem.  
  • Stap 2: In welke risicocategorie valt de kunstmatige intelligentie die je met jouw bedrijf gebruikt? Om dit te bepalen kun je gebruikmaken van de Europese database. Hierin vind je namelijk alle AI die onder de hoge risicocategorie valt. Je kunt ook de leverancier van de software die je gebruikt om hulp vragen als je twijfelt! 
  • Stap 3: Je weet nu in welke risicocategorie iedere vorm van AI die je gebruikt valt, dus kun je meteen bepalen hoe je de kunstmatige intelligentie wel en niet mag gebruiken. Kijk niet alleen naar de eerste fase, maar ook al naar de volgende fases. Zo ben je goed voorbereid als je een audit krijgt. De eerste fase van de AI Act slaat alleen op de hoogste risicocategorie.  
  • Stap 4: Zorg dat je alleen nog AI gebruikt op een manier die toegestaan is volgens de nieuwe AI Act om boetes en andere consequenties te voorkomen! 

Welke soorten AI vallen in de categorie ‘onacceptabel risico’?  

Om de eerste fase van de AI Act goed toe te passen, is het natuurlijk belangrijk om te weten welke soorten AI in de categorie onacceptabel risico vallen. Kunstmatige intelligentie valt in de hoogste risicogroep als het een directe bedreiging vormt voor burgers. Denk bijvoorbeeld aan dingen zoals social scoring, het manipuleren of misleiden van mensen, bijvoorbeeld door het gebruiken van iemands stem, het biometrisch categoriseren en het voorspellen van crimineel gedrag. Maakt jouw bedrijf op wat voor manier dan ook gebruik van een AI-toepassing die één van deze dingen doet, stop dan met het inzetten van deze toepassing. Of bekijk of je de toepassing op een manier in kunt zetten die wel toegestaan is.  

Hoe faseer je verboden vormen van AI het beste uit?  

Als je erachter bent dat je bepaalde vormen van AI gebruikt die vanaf 1 februari 2025 verboden zijn volgens de AI Act, moet je deze uiteraard uit gaan faseren. Dit gaat vaak niet van de ene op de andere dag. Er zijn een aantal strategieën die je hiervoor kunt inzetten: 

  • Het gebruik stoppen: Stop met het gebruiken van de AI-toepassing.  
  • Zoek een goed alternatief: Misschien is er een alternatief voor de AI-toepassing die in principe hetzelfde doet, zonder gebruik te maken van een verboden vorm van AI. Mocht je bijvoorbeeld een nieuwsbrief programma hebben dat gebruik maakt van social scoring, vervang dit dan door A/B testen! 
  • Verboden AI vervangen door AI die wel is toegestaan: Maakt jouw huidige AI gebruik van een vorm van social scoring, dan kun je ervoor kiezen om dit programma te vervangen door software die bijvoorbeeld alleen naar bepaalde kenmerken van anonieme groepen kijkt. Bijvoorbeeld leeftijdscategorieën en een regio waar men woont.  
  • Vervang de AI door menselijke medewerkers: Ten slotte kun je ervoor kiezen om de AI-toepassing te laten gaan en het werk over te laten nemen door menselijke medewerkers. Misschien kun je binnen dezelfde software ook werken zonder AI en het werk van de AI door een persoon over laten nemen? Het kost dan misschien wat meer tijd, maar je loopt geen risico op hoge boetes! 

Conclusie  

Er zijn diverse manieren waarop jij jouw bedrijf goed kunt voorbereiden op de eerste fase van de AI Act die op 1 februari 2025 ingaat. Of je er nu voor kiest om de AI-toepassingen stop te zetten of naar alternatieven te gaan zoeken, we raden je aan er op tijd mee te beginnen. Het voelt misschien nog ver weg, maar het uitfaseren van bepaalde toepassingen en werkwijzen kan veel tijd in beslag nemen. Voor je het weet is het februari 2025 😉  


3500 kilometer aan glasvezelnetwerk voor Defensie  

Maar liefst zeven teams werken aan de connectiviteit en verbindingen van Defensie, die worden gerealiseerd door een glasvezelnetwerk van zeker 3500 kilometer in lengte. In totaal bestaan die teams uit 140 vaste medewerkers en daarnaast nog een pool van 20 tot 60 oproepkrachten. Voor de aanleg van de fysieke infrastructuur, dus de glasvezelkabels, is er het team Cable Management. Voor de uiteindelijke connectie tussen alle locaties van Defensie hebben ze het team Wide Area Network. Is er vervanging of reparatie van de kabels of apparatuur nodig, dan staat het team engineers van de Field Services klaar. Het privénetwerk van Defensie staat bekend als het Netherlands Armed Forces Integrated Network.  

Niet alleen voor Defensie  

Defensie is niet de enige organisatie die gebruikmaakt van het glasvezelnetwerk. Er zijn diverse overheidsinstellingen die ook op het Netherlands Armed Forces Integrated Network kunnen. Voor overzeese verbindingen, bijvoorbeeld met missiegebieden, heeft Defensie het team Satelietcommunicatie. De verschillende HF-, VHF- en UHF- verbindingen voor de luchtmacht, marine en kustwacht wordt door het team Radiosystemen onderhouden vanuit diverse zend- en ontvangstlocaties. En ten slotte is er het team NARFA NL, dat al het frequentiegebruik op de militaire band coördineert.  

Al bijna 30 jaar NAFIN 

Het Netherlands Armed Forces Integrated Network bestaat inmiddels al bijna 30 jaar. Het netwerk verbindt 180 Defensie locaties met elkaar en komt op 250 plekken boven de grond. De plekken die niet door Defensie gebruikt worden, zijn voor ketenpartners zoals de politie, NAVO in België en Duitsland en Haagse ministeries. Voor hen is dit netwerk natuurlijk ideaal, aangezien het een enorm stabiel en veilig netwerk is. Alles is dubbel uitgevoerd, dus als er een storing plaatsvindt, ligt er altijd nog een back-up kabel. Hierdoor kan alles gewoon doorlopen. Daarnaast werkt een team er 24 uur per dag aan om storingen en defecten te voorkomen. Zo houdt men het risico zo klein mogelijk!


Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak in de rechtszaak tegen Google?  

Dat de uitspraak van de Amerikaanse rechter grote gevolgen gaat hebben, is zeker. Dit zal echter nog even duren, want Google kondigde na de rechtszaak aan in hoger beroep te gaan tegen het vonnis van de rechter in Washington. Dat vonnis luidde dat ‘Google een monopolist is, en dat het op een manier heeft gehandeld om deze positie zeker te behouden’. In het ergste geval (voor Google dan) zal het bedrijf van Alphabet moeten stoppen met hun lucratieve zoekmachine-activiteiten. Dat betekent dat Google zijn immens hoge advertentie-inkomsten mis zal gaan lopen. Dit zou niet goed zijn voor het bedrijf, want de advertentiemarkt zorgt voor ruim driekwart van de omzet van Alphabet. Tot nu toe heeft de rechter echter alleen de uitspraak gedaan dat Google het Amerikaanse mededingingsrecht schendt. Welke sancties de rechtbank het bedrijf gaat opleggen, is nog niet bekend.  

Wat was de aanleiding voor de rechtszaak tegen Google? 

Google heeft een monopolie opgebouwd op de advertentiemarkt, maar dat is niet het enige probleem. Het bedrijf maakt namelijk ook misbruik van die monopolypositie. Google betaalde namelijk alleen al in 2021 26,3 miljard dollar om ervoor te zorgen dat zijn zoekmachine de standaard is op smartphones en browsers. Dit natuurlijk met het doel om zijn dominante marktaandeel te behouden. Apple krijgt jaarlijks het hoogste bedrag toegeschoven om Google als zoekmachine in te bouwen. Dit gaat uiteraard ten koste van andere zoekmachines en adverteerders, die niet het vermogen hebben om zoveel geld uit te geven voor dit soort afspraken. Het geld dat Google uitgeeft, verdient het immers zo weer terug met de hoge kosten die ze vragen voor het adverteren in de zoekmachine. Nieuwkomers die misschien wel betere zoekmachines hebben, maken zo dus geen enkele kans.  

Google houdt niet van concurrentie

Dat Google een hoog marktaandeel heeft, is dus niet het probleem. Dit is immers niet verboden. Het probleem is dat het bedrijf er alles aan doet om zijn concurrentie te beperken en dat mag niet. Zelfs met hun hoge budget en uitbundige rechtsbijstand wist Google deze misstanden niet te rechtvaardigen voor de rechtbank. Zo probeerden de advocaten van het bedrijf de jury te overtuigen dat ze geen zoekmachine zijn, maar dat ze simpelweg vragen van mensen beantwoorden. De rechter zag dit toch echt anders. Het vonnis van de rechter in deze rechtszaak gaat de positie van Google op de advertentiemarkt wezenlijk veranderen, maar hopelijk zal het autoriteiten ook meer aanmoedigen om Big-Tech bedrijven aan te pakken voor illegaal gedrag.  
 
Wat denk jij, is dit een goede stap vooruit?


NWO Impact Explorer Subsidie

In totaal is de NWO Impact Explorer Subsidie 1.000.000 euro en bestaat uit individuele subsidies die variëren van 20.000 euro tot 30.000 euro. Deze subsidies zijn in het leven geroepen om onderzoekers in staat te stellen meer maatschappelijk impact te maken met hun onderzoek. Daarnaast is het een goede manier om de kloof tussen theorie en praktijk op universiteiten te overbruggen.  

Verbeteren van de individuele veiligheid  

Loe Schlicher is één van de onderzoekers die de beurs hebben ontvangen. Het doel van zijn onderzoek is om de individuele veiligheid in Nederland te verbeteren door middel van wiskundige modellen. De moord op Peter R. de Vries was voor hem de aanleiding om hier onderzoek naar te willen doen. Hij werkt samen met de Nederlandse Nationale Politie om de inzet van lijfwachten te optimaliseren. Wat innovatief is aan zijn project is dat hij gebruik maakt van een ‘serious board game’ om te demonstreren hoe effectief de wiskundige modellen zijn die hij ontwikkelt. Hij heeft hiervoor gekozen omdat het een goede manier is om politie en beleidsmakers op een interactieve en begrijpelijke manier te betrekken bij het onderzoek. Hij kan situaties uit het echte leven simuleren en zo illustreren hoe de wiskundige modellen de veiligheid verbeteren.  

Betaalbare vezelsensortechnologie  

De tweede onderzoeker is Andrea Fiore. Zij wil de efficiëntie, flexibiliteit en duurzaamheid van productieprocessen van reactoren verbeteren met behulp van betaalbare vezelsensortechnologie. Haar onderzoeksteam heeft ze FibChem genoemd en ze zijn bezig met een prototype voor die technologie. Het team richt zich momenteel op geminiaturiseerde (bio)chemische reactoren en wil ook andere potentiële markten verkennen. Biochemische reactoren zijn compacte apparaten die zorgen voor het tot stand brengen van chemische reacties.  

Conclusie  

Door het aanbieden van de NWO Impact Explorer beurs wil de overheid meer ruimte maken voor onderzoek met een maatschappelijke impact. Daarnaast helpt het universiteiten zoals de TU/e met het overbruggen van de kloof tussen theorie en praktijk, aangezien er op universiteiten vaak weinig ruimte is voor praktijkgericht leren. Het is dus een mooie win-win situatie, zowel voor de studenten als voor de maatschappij! 


1. Elektronische patiëntendossiers en analyse van data  

Elektronische patiëntendossiers worden inmiddels al best lang ingezet binnen de gezondheidszorg, maar ze worden steeds efficiënter en geavanceerder. In een patiëntendossier staat uitgebreide informatie over de medische achtergrond van een persoon. Denk bijvoorbeeld aan laboratoriumresultaten, medicatie die in het verleden voor is geschreven, vaccinaties, enzovoorts. Dankzij glasvezel kan deze informatie binnen de gezondheidszorg snel en veilig tussen diverse medische faciliteiten en zorgverleners worden verzonden. Het gaat immers om uiterst gevoelige informatie, dus de verbinding moet zo veilig mogelijk zijn. Ten slotte kan men dankzij glasvezel waardevolle inzichten genereren met behulp van data-analyse en de inzet van AI.  

2. Glasvezel in de gezondheidszorg maakt geneeskunde op afstand mogelijk

Het is steeds beter mogelijk om telegeneeskunde en consults op afstand aan te bieden dankzij de inzet van glasvezel in de gezondheidszorg. Artsen kunnen met behulp van veilige en snelle glasvezelnetwerken patiënten op afstand een consult aanbieden. Zowel het diagnosticeren als het behandelen en monitoren kan vandaag de dag op afstand, wat natuurlijk ideaal is voor mensen die lastig bij het ziekenhuis kunnen komen, zoals ouderen. Dankzij de geavanceerde encryptietechnologie en beveiligingsprotocollen in een glasvezelnetwerk zijn de gevoelige gegevens van patiënten veilig. Momenteel werkt men er zelfs naartoe dat artsen ook operaties op afstand kunnen uitvoeren met behulp van robotica! 

3. Sneller en beter diagnoses stellen  

Moderne technieken die artsen inzetten om een diagnose te stellen, zorgen voor een hoog gegevensgebruik. De gegevens moeten snel en veilig overgedragen kunnen worden, zodat resultaten van onderzoeken sneller binnen zijn en artsen beter diagnoses kunnen stellen. Dankzij de hoge snelheden die glasvezel biedt kunnen specialisten sneller gegevens en resultaten met elkaar uitwisselen, waardoor een diagnose eerder wordt gesteld en de behandelingen efficiënter en effectiever worden. Hoe sneller je erbij bent, hoe beter een aandoening vaak te behandelen is. Glasvezel in de gezondheidszorg biedt dus ook meer perspectief voor patiënten.

Conclusie  

Glasvezel is dus van cruciaal belang voor de gezondheidszorg. Het zorgt ervoor dat artsen en specialisten sneller kunnen communiceren, dat er vlotter een diagnose gesteld kan worden, dat gevoelige gegevens vertrouwelijk blijven en dat artsen behandelingen en consults op afstand aan kunnen bieden. De technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg gaan momenteel erg hard, dus we verwachten dat glasvezel alleen maar belangrijker gaat worden in dit vakgebied!  


Is internet te duur in Nederland?  

Door de dominante positie van Ziggo en KPN op de internetmarkt betalen Nederlanders al jaren teveel voor hun internetverbinding, aldus de Consumentenbond. Volgens hen zijn er een hoop aanwijzingen die laten zien dat er te weinig marktwerking is en hierdoor veel te hoge prijzen. De twee aanbieders hebben momenteel zeker 75% van de markt in handen volgens de bond. KPN is momenteel druk bezig met het vervangen van hun kopernetwerk door glasvezel. De Consumentenbond legt uit dat het gevolg hiervan is dat consumenten uiteindelijk alleen nog kunnen kiezen tussen internet via kabel van Ziggo of glasvezel van KPN. De prijzen van de aanbieders liggen dicht bij elkaar, maar behoren ook tot de hoogste van Europa. Andere aanbieders mogen gebruikmaken van het glasvezelnetwerk, maar ook hier ziet de Consumentenbond een addertje onder het gras.  

Gebruik van het glasvezelnetwerk  

Wat de Consumentenbond opvallend vindt, is dat andere aanbieders die gebruikmaken van het glasvezelnetwerk van KPN het niet lukt om goedkoper te zijn dan KPN-providers. Odido heeft bijvoorbeeld wel een lager tarief dan KPN, gemiddeld 6,50 tot 8,50 euro goedkoper, maar het netwerk van Odido is dan weer lang niet overal in Nederland beschikbaar. De bond verwijst naar een prijspeiling van de Europese Commissie waaruit blijkt dat men in Nederland gemiddeld 10 euro meer betaalt voor een abonnement met 100 Mbit dan de rest van Europa. In Nederland betalen we gemiddeld 30 euro per maand voor een dergelijk abonnement, terwijl de gemiddelde prijs in Zweden 17 euro is.  
 
Volgens de ACM zijn overstapkortingen een bewijs van marktwerking, maar de Consumentenbond geeft aan dat consumenten toch niet snel overstappen van internetprovider. Redenen hiervoor zijn onder andere het gedoe dat het met zich meebrengt, te weinig prijsvoordeel en het niet willen kwijtraken van een e-mailadres.  

Conclusie van de Consumentenbond 

De conclusie die de Consumentenbond uit hun onderzoek trekt is dat de internetmarkt momenteel op slot zit door toedoen van Ziggo en KPN. Het zorgt voor steeds minder keuze en steeds hogere prijzen voor consumenten. De Consumentenbond roept de ACM op om in te grijpen en KPN en Ziggo aan te pakken, zodat internet in Nederland weer betaalbaarder wordt. Ziggo en KPN hebben nog niet gereageerd op de situatie.  


Gemeten gemiddelde snelheden wereldwijd  

Cable en M-lab deden dit onderzoek en voerden snelheidstests uit over de hele wereld. Hiervoor gebruikten ze snelheidstests die gebruikers zelf uitvoeren in ieder land. In Nederland gebruikten de onderzoekers hiervoor de data van 1,7 miljoen IP-adressen en in België 1,8 miljoen. In totaal bekeken de onderzoeksgroepen zo’n 1,5 miljoen snelheidstests van over de hele wereld. De snelheden die gemeten zijn, waren gebaseerd op wifisnelheid, wat betekent dat de resultaten mogelijk lager uitvielen dan de verbindingen eigenlijk aankunnen. Daarnaast voeren mensen vaak pas een snelheidstest uit als ze vermoeden dat er problemen zijn met hun verbinding of wanneer hun internet ineens sneller is. Hierdoor is het niet duidelijk hoe representatief de cijfers nu echt zijn.  

Veranderingen over de afgelopen jaren 

Veel landen die redelijk onderaan de lijst staan, stonden altijd al redelijk onderaan. Denk bijvoorbeeld aan Syrië en Turkmenistan. Toch hebben er ook wel een aantal veranderingen plaatsgevonden op het gebied van internetsnelheid in sommige landen. Zo is het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld gezakt op de lijst ten opzichte van andere landen in West-Europa. De onderzoekers wijden dit aan de relatieve snelheid waarmee Full Fibre in het Verenigd Koninkrijk wordt uitgerold. Men is hier druk mee bezig in Engeland, maar het lijkt niet zo snel vooruit te gaan als in andere Europese landen. Ten slotte geven de onderzoekers aan dat er ook steeds vaker mensen zijn die bewust voor een abonnement met lagere snelheden kiezen in sommige landen, met name vanwege de hoge kosten. Dit kan natuurlijk ook iets doen met de resultaten! 

Conclusie  

Het ziet er dus naar uit dat Nederland het wereldwijd goed doet op het gebied van internetsnelheid. In de afgelopen jaren is er in ons land ook ineens veel tijd en geld gestoken in het aanleggen van glasvezelnetwerken. Hierdoor hebben we in grote delen van ons land al toegang tot sneller en stabieler internet. De verwachting is dat het gemiddelde in ons land dus alleen maar hoger gaat worden de komende jaren 😉


Datacenters in de ruimte, is dat haalbaar?

De Europese Unie gaf 2,1 miljoen euro uit aan een onderzoeksproject genaamd Advanced Space Cloud for European Net zero emission and Data sovereignty (ASCEND). Het onderzoek heeft 16 maanden geduurd en de EU is tot de conclusie gekomen dat datacenters plaatsen in de ruimte ’technisch en economisch haalbaar’ is. Daarnaast zou het een positieve impact hebben op het milieu. Buiten de dampkring hebben datacenters meer profijt van zonne-energie dan hier op aarde. Dit zou dus een goede oplossing kunnen zijn van de druk die datacenters hebben gebracht op het milieu en het elektriciteitsnet in Europa en de rest van de wereld. Uit een ander onderzoek blijkt namelijk dat alle datacenters ter wereld in 2026 net zoveel energie nodig zullen hebben als heel Japan. Daarnaast zorgen datacenters voor veel C02-uitstoot met het verwerken en opslaan van digitale gegevens.

Hoeveel datacenters moeten er de ruimte in?

ASCEND wil beginnen met 13 datacenters de ruimte in te lanceren in 2036, met een capaciteit van 10 megawatt. Uiteindelijk is de bedoeling dat er tegen 2050 zo’n 1300 datacenters de ruimte in zijn die samen een gigawatt aan energie genereren. Toevallig is dit hetzelfde jaar waarin de Europese Unie gezegd heeft klimaatneutraal te willen worden. Het klinkt in principe als een prima plan, maar het wordt nog niet zo makkelijk om die datacenters ook daadwerkelijk in de ruimte te krijgen. Dit gaat in ieder geval een hoop brandstof kosten, want iedere datacenter moet apart de ruimte in gelanceerd worden. Een andere onderzoeksgroep is om die reden bezig om een milieuvriendelijke manier van lanceren te ontwikkelen, waardoor er nog maar een tiende van de brandstof nodig zou zijn voor het lanceren van de datacenters.

Niet iedereen is het ermee eens

Het plan van de EU lijkt goed uitgedacht, maar er zijn toch een hoop mensen kritisch over. Al zou het plan veel opleveren, het gaat ook miljoenen aan brandstof kosten om te zorgen dat al die datacenters in een baan rond de aarde kunnen blijven bewegen. Een ander punt van kritiek is dat het in de ruimte lastiger wordt om de datacenters effectief te beschermen tegen andere, eventueel vijandelijke, landen. Ondanks de punten van twijfel lijkt het plan wel in trek te zijn, want ook Microsoft is samen met ruimtevaartbedrijf Loft Orbital onderzoek aan het doen naar AI datacenters in de ruimte!


Twee keer zoveel snelste glasvezel abonnementen  

In het eerste kwartaal van 2024 kozen 380000 huishoudens voor het snelste glasvezel abonnement met een snelheid van 1 gigabit of meer. In dezelfde periode een jaar eerder waren dit 200000 huishoudens, dus dat is bijna een verdubbeling in een jaar tijd. Deze gegevens komen uit de Telecommonitor van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). En hieruit blijkt dus dat de groei van glasvezel in Nederland steeds meer aan het doorzetten is. Dat is ook wel te merken als je om je heen kijkt. Op veel plekken wordt gegraven om glasvezel aan te leggen. Momenteel hebben al zeker 7,38 miljoen huishoudens glasvezel voor de deur liggen. Meer dan een derde daarvan heeft ook echt een glasvezel abonnement en maken dus ook gebruik van dit netwerk.  

Aanleg van glasvezel gaat niet overal even soepel  

Helaas zijn er nog delen van Nederland waar het aanleggen van glasvezel een beetje achterblijft. Dit is onder andere het geval in sommige delen van Groningen, Noord-Holland, Zeeland, Zuid-Holland en Limburg. Hier is het dus nog lang niet altijd mogelijk om gebruik te maken van een glasvezelverbinding. Het aantal mensen dat gebruikmaakt van een coax- of koperverbinding neemt steeds meer af. Er is vooral een sterke daling in koperverbindingen te zien in Nederland.  

Gecombineerde abonnementen niet meer zo populair  

Het gecombineerde abonnement met internet, tv en telefonie is niet meer zo populair in Nederland. Huishoudens kiezen liever voor een bundel met slechts twee diensten, aangezien vaste telefonie in veel huishoudens niet eens meer gebruikt wordt. Daarnaast blijkt uit de Telecommonitor dat consumenten steeds vaker kiezen voor een bundel met vast internet en een mobiel abonnement. Vaak krijgt men hiervoor korting op hun vaste contract en ook nog gratis extra data voor het mobiele abonnement.  

Conclusie  

Glasvezel blijft populariteit winnen in Nederland, zeker de snelste variant van het glasvezel abonnement. En dat terwijl een deel van ons land nog niet eens toegang heeft tot een glasvezelnetwerk. De aanleg van glasvezel gaat momenteel erg snel, maar blijft in een aantal regio’s nog een beetje achter. Ten slotte worden bundels met een combinatie van internet, tv en telefonie steeds minder gewild en kiezen meer consumenten voor een bundel van vast internet en een mobiel abonnement.  


Datacenters zijn niet meer weg te denken 

Inmiddels spelen datacenters een cruciale rol in onze maatschappij. Ze zorgen ervoor dat servers altijd blijven draaien, waardoor digitale diensten ieder uur van iedere dag bereikbaar zijn. De koeling van deze datacenters is momenteel de grootste uitdaging, aangezien ze 24/7 moeten draaien. Zonder koeling zouden ze in mum van tijd oververhit raken. Bij veel datacenters kiest men ervoor om water te gebruiken voor het koelen, omdat er anders een te hoog energieverbruik zou zijn.  

Is het waterverbruik van datacenters echt zo hoog?  

Voor de koeling verbruiken datacenters dus behoorlijk wat water. Of dit ook te veel is, is natuurlijk een beetje relatief, maar met de huidige risico’s op drinkwatertekort is er uiteraard wel wat van te zeggen. De Nederlandse overheid heeft inmiddels een protocol opgezet, genaamd de ‘Verdringingsreeks’. Dit protocol bepaalt dat wanneer er een drinkwatertekort dreigt, de toegang tot schoon water voor niet essentiële doeleinden wordt geblokkeerd. Datacenters vallen hieronder, dus de kans is groot dat ze in de hoogzomer geen toegang meer hebben tot de watervoorraad en weer over moeten op koelen met elektriciteit. Op dat moment dragen de datacenters dus niet meer bij aan een eventueel watertekort, maar is het eigenlijk ook al aan de late kant.  

Initiatieven om het waterverbruik terug te dringen

Gelukkig zijn er al een hoop partijen bezig met initiatieven en alternatieven om het waterverbruik van datacenters terug te dringen. Veel datacenters zijn actief bezig met een zogeheten watertransitie. Ze zoeken oplossingen om minder afhankelijk te zijn van drinkwater en het waterverbruik zoveel mogelijk te minimaliseren. Pathema is bijvoorbeeld al bezig met een duurzaam initiatief dat lineaire koelsystemen omzet in circulaire systemen. Water wordt hierbij behandeld zonder chemicaliën en kan steeds opnieuw gebruikt worden in een datacenter. Met deze aanpak kan men de watervoetafdruk verminderen met 40% en het waterverbruik zelfs met 95%!