Specialist in digitale netwerkverbindingen
Maatwerk & installatie op aanvraag
Artikelen leverbaar uit voorraad en back to back
Vandaag besteld, morgen geleverd

Zo bereid jij je voor op de eerste fase van de AI Act  


Zo pas je de eerste fase van de AI Act toe 

Om je op weg te helpen met de voorbereidingen op de eerste fase van de AI Act, zetten we hieronder een kort stappenplan voor je op een rij: 

  • Stap 1: Inventariseer alle AI die je met je bedrijf gebruikt. In sommige gevallen heb je misschien niet eens door dat je gebruikmaakt van een programma waar kunstmatige intelligentie bij komt kijken. Zoek dit dus goed uit. AI kan bijvoorbeeld een deel zijn van software die je gebruikt, zoals een CMS-systeem.  
  • Stap 2: In welke risicocategorie valt de kunstmatige intelligentie die je met jouw bedrijf gebruikt? Om dit te bepalen kun je gebruikmaken van de Europese database. Hierin vind je namelijk alle AI die onder de hoge risicocategorie valt. Je kunt ook de leverancier van de software die je gebruikt om hulp vragen als je twijfelt! 
  • Stap 3: Je weet nu in welke risicocategorie iedere vorm van AI die je gebruikt valt, dus kun je meteen bepalen hoe je de kunstmatige intelligentie wel en niet mag gebruiken. Kijk niet alleen naar de eerste fase, maar ook al naar de volgende fases. Zo ben je goed voorbereid als je een audit krijgt. De eerste fase van de AI Act slaat alleen op de hoogste risicocategorie.  
  • Stap 4: Zorg dat je alleen nog AI gebruikt op een manier die toegestaan is volgens de nieuwe AI Act om boetes en andere consequenties te voorkomen! 

Welke soorten AI vallen in de categorie ‘onacceptabel risico’?  

Om de eerste fase van de AI Act goed toe te passen, is het natuurlijk belangrijk om te weten welke soorten AI in de categorie onacceptabel risico vallen. Kunstmatige intelligentie valt in de hoogste risicogroep als het een directe bedreiging vormt voor burgers. Denk bijvoorbeeld aan dingen zoals social scoring, het manipuleren of misleiden van mensen, bijvoorbeeld door het gebruiken van iemands stem, het biometrisch categoriseren en het voorspellen van crimineel gedrag. Maakt jouw bedrijf op wat voor manier dan ook gebruik van een AI-toepassing die één van deze dingen doet, stop dan met het inzetten van deze toepassing. Of bekijk of je de toepassing op een manier in kunt zetten die wel toegestaan is.  

Hoe faseer je verboden vormen van AI het beste uit?  

Als je erachter bent dat je bepaalde vormen van AI gebruikt die vanaf 1 februari 2025 verboden zijn volgens de AI Act, moet je deze uiteraard uit gaan faseren. Dit gaat vaak niet van de ene op de andere dag. Er zijn een aantal strategieën die je hiervoor kunt inzetten: 

  • Het gebruik stoppen: Stop met het gebruiken van de AI-toepassing.  
  • Zoek een goed alternatief: Misschien is er een alternatief voor de AI-toepassing die in principe hetzelfde doet, zonder gebruik te maken van een verboden vorm van AI. Mocht je bijvoorbeeld een nieuwsbrief programma hebben dat gebruik maakt van social scoring, vervang dit dan door A/B testen! 
  • Verboden AI vervangen door AI die wel is toegestaan: Maakt jouw huidige AI gebruik van een vorm van social scoring, dan kun je ervoor kiezen om dit programma te vervangen door software die bijvoorbeeld alleen naar bepaalde kenmerken van anonieme groepen kijkt. Bijvoorbeeld leeftijdscategorieën en een regio waar men woont.  
  • Vervang de AI door menselijke medewerkers: Ten slotte kun je ervoor kiezen om de AI-toepassing te laten gaan en het werk over te laten nemen door menselijke medewerkers. Misschien kun je binnen dezelfde software ook werken zonder AI en het werk van de AI door een persoon over laten nemen? Het kost dan misschien wat meer tijd, maar je loopt geen risico op hoge boetes! 

Conclusie  

Er zijn diverse manieren waarop jij jouw bedrijf goed kunt voorbereiden op de eerste fase van de AI Act die op 1 februari 2025 ingaat. Of je er nu voor kiest om de AI-toepassingen stop te zetten of naar alternatieven te gaan zoeken, we raden je aan er op tijd mee te beginnen. Het voelt misschien nog ver weg, maar het uitfaseren van bepaalde toepassingen en werkwijzen kan veel tijd in beslag nemen. Voor je het weet is het februari 2025 😉  


3500 kilometer aan glasvezelnetwerk voor Defensie  

Maar liefst zeven teams werken aan de connectiviteit en verbindingen van Defensie, die worden gerealiseerd door een glasvezelnetwerk van zeker 3500 kilometer in lengte. In totaal bestaan die teams uit 140 vaste medewerkers en daarnaast nog een pool van 20 tot 60 oproepkrachten. Voor de aanleg van de fysieke infrastructuur, dus de glasvezelkabels, is er het team Cable Management. Voor de uiteindelijke connectie tussen alle locaties van Defensie hebben ze het team Wide Area Network. Is er vervanging of reparatie van de kabels of apparatuur nodig, dan staat het team engineers van de Field Services klaar. Het privénetwerk van Defensie staat bekend als het Netherlands Armed Forces Integrated Network.  

Niet alleen voor Defensie  

Defensie is niet de enige organisatie die gebruikmaakt van het glasvezelnetwerk. Er zijn diverse overheidsinstellingen die ook op het Netherlands Armed Forces Integrated Network kunnen. Voor overzeese verbindingen, bijvoorbeeld met missiegebieden, heeft Defensie het team Satelietcommunicatie. De verschillende HF-, VHF- en UHF- verbindingen voor de luchtmacht, marine en kustwacht wordt door het team Radiosystemen onderhouden vanuit diverse zend- en ontvangstlocaties. En ten slotte is er het team NARFA NL, dat al het frequentiegebruik op de militaire band coördineert.  

Al bijna 30 jaar NAFIN 

Het Netherlands Armed Forces Integrated Network bestaat inmiddels al bijna 30 jaar. Het netwerk verbindt 180 Defensie locaties met elkaar en komt op 250 plekken boven de grond. De plekken die niet door Defensie gebruikt worden, zijn voor ketenpartners zoals de politie, NAVO in België en Duitsland en Haagse ministeries. Voor hen is dit netwerk natuurlijk ideaal, aangezien het een enorm stabiel en veilig netwerk is. Alles is dubbel uitgevoerd, dus als er een storing plaatsvindt, ligt er altijd nog een back-up kabel. Hierdoor kan alles gewoon doorlopen. Daarnaast werkt een team er 24 uur per dag aan om storingen en defecten te voorkomen. Zo houdt men het risico zo klein mogelijk!


Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak in de rechtszaak tegen Google?  

Dat de uitspraak van de Amerikaanse rechter grote gevolgen gaat hebben, is zeker. Dit zal echter nog even duren, want Google kondigde na de rechtszaak aan in hoger beroep te gaan tegen het vonnis van de rechter in Washington. Dat vonnis luidde dat ‘Google een monopolist is, en dat het op een manier heeft gehandeld om deze positie zeker te behouden’. In het ergste geval (voor Google dan) zal het bedrijf van Alphabet moeten stoppen met hun lucratieve zoekmachine-activiteiten. Dat betekent dat Google zijn immens hoge advertentie-inkomsten mis zal gaan lopen. Dit zou niet goed zijn voor het bedrijf, want de advertentiemarkt zorgt voor ruim driekwart van de omzet van Alphabet. Tot nu toe heeft de rechter echter alleen de uitspraak gedaan dat Google het Amerikaanse mededingingsrecht schendt. Welke sancties de rechtbank het bedrijf gaat opleggen, is nog niet bekend.  

Wat was de aanleiding voor de rechtszaak tegen Google? 

Google heeft een monopolie opgebouwd op de advertentiemarkt, maar dat is niet het enige probleem. Het bedrijf maakt namelijk ook misbruik van die monopolypositie. Google betaalde namelijk alleen al in 2021 26,3 miljard dollar om ervoor te zorgen dat zijn zoekmachine de standaard is op smartphones en browsers. Dit natuurlijk met het doel om zijn dominante marktaandeel te behouden. Apple krijgt jaarlijks het hoogste bedrag toegeschoven om Google als zoekmachine in te bouwen. Dit gaat uiteraard ten koste van andere zoekmachines en adverteerders, die niet het vermogen hebben om zoveel geld uit te geven voor dit soort afspraken. Het geld dat Google uitgeeft, verdient het immers zo weer terug met de hoge kosten die ze vragen voor het adverteren in de zoekmachine. Nieuwkomers die misschien wel betere zoekmachines hebben, maken zo dus geen enkele kans.  

Google houdt niet van concurrentie

Dat Google een hoog marktaandeel heeft, is dus niet het probleem. Dit is immers niet verboden. Het probleem is dat het bedrijf er alles aan doet om zijn concurrentie te beperken en dat mag niet. Zelfs met hun hoge budget en uitbundige rechtsbijstand wist Google deze misstanden niet te rechtvaardigen voor de rechtbank. Zo probeerden de advocaten van het bedrijf de jury te overtuigen dat ze geen zoekmachine zijn, maar dat ze simpelweg vragen van mensen beantwoorden. De rechter zag dit toch echt anders. Het vonnis van de rechter in deze rechtszaak gaat de positie van Google op de advertentiemarkt wezenlijk veranderen, maar hopelijk zal het autoriteiten ook meer aanmoedigen om Big-Tech bedrijven aan te pakken voor illegaal gedrag.  
 
Wat denk jij, is dit een goede stap vooruit?


1. Elektronische patiëntendossiers en analyse van data  

Elektronische patiëntendossiers worden inmiddels al best lang ingezet binnen de gezondheidszorg, maar ze worden steeds efficiënter en geavanceerder. In een patiëntendossier staat uitgebreide informatie over de medische achtergrond van een persoon. Denk bijvoorbeeld aan laboratoriumresultaten, medicatie die in het verleden voor is geschreven, vaccinaties, enzovoorts. Dankzij glasvezel kan deze informatie binnen de gezondheidszorg snel en veilig tussen diverse medische faciliteiten en zorgverleners worden verzonden. Het gaat immers om uiterst gevoelige informatie, dus de verbinding moet zo veilig mogelijk zijn. Ten slotte kan men dankzij glasvezel waardevolle inzichten genereren met behulp van data-analyse en de inzet van AI.  

2. Glasvezel in de gezondheidszorg maakt geneeskunde op afstand mogelijk

Het is steeds beter mogelijk om telegeneeskunde en consults op afstand aan te bieden dankzij de inzet van glasvezel in de gezondheidszorg. Artsen kunnen met behulp van veilige en snelle glasvezelnetwerken patiënten op afstand een consult aanbieden. Zowel het diagnosticeren als het behandelen en monitoren kan vandaag de dag op afstand, wat natuurlijk ideaal is voor mensen die lastig bij het ziekenhuis kunnen komen, zoals ouderen. Dankzij de geavanceerde encryptietechnologie en beveiligingsprotocollen in een glasvezelnetwerk zijn de gevoelige gegevens van patiënten veilig. Momenteel werkt men er zelfs naartoe dat artsen ook operaties op afstand kunnen uitvoeren met behulp van robotica! 

3. Sneller en beter diagnoses stellen  

Moderne technieken die artsen inzetten om een diagnose te stellen, zorgen voor een hoog gegevensgebruik. De gegevens moeten snel en veilig overgedragen kunnen worden, zodat resultaten van onderzoeken sneller binnen zijn en artsen beter diagnoses kunnen stellen. Dankzij de hoge snelheden die glasvezel biedt kunnen specialisten sneller gegevens en resultaten met elkaar uitwisselen, waardoor een diagnose eerder wordt gesteld en de behandelingen efficiënter en effectiever worden. Hoe sneller je erbij bent, hoe beter een aandoening vaak te behandelen is. Glasvezel in de gezondheidszorg biedt dus ook meer perspectief voor patiënten.

Conclusie  

Glasvezel is dus van cruciaal belang voor de gezondheidszorg. Het zorgt ervoor dat artsen en specialisten sneller kunnen communiceren, dat er vlotter een diagnose gesteld kan worden, dat gevoelige gegevens vertrouwelijk blijven en dat artsen behandelingen en consults op afstand aan kunnen bieden. De technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg gaan momenteel erg hard, dus we verwachten dat glasvezel alleen maar belangrijker gaat worden in dit vakgebied!  


Gemeten gemiddelde snelheden wereldwijd  

Cable en M-lab deden dit onderzoek en voerden snelheidstests uit over de hele wereld. Hiervoor gebruikten ze snelheidstests die gebruikers zelf uitvoeren in ieder land. In Nederland gebruikten de onderzoekers hiervoor de data van 1,7 miljoen IP-adressen en in België 1,8 miljoen. In totaal bekeken de onderzoeksgroepen zo’n 1,5 miljoen snelheidstests van over de hele wereld. De snelheden die gemeten zijn, waren gebaseerd op wifisnelheid, wat betekent dat de resultaten mogelijk lager uitvielen dan de verbindingen eigenlijk aankunnen. Daarnaast voeren mensen vaak pas een snelheidstest uit als ze vermoeden dat er problemen zijn met hun verbinding of wanneer hun internet ineens sneller is. Hierdoor is het niet duidelijk hoe representatief de cijfers nu echt zijn.  

Veranderingen over de afgelopen jaren 

Veel landen die redelijk onderaan de lijst staan, stonden altijd al redelijk onderaan. Denk bijvoorbeeld aan Syrië en Turkmenistan. Toch hebben er ook wel een aantal veranderingen plaatsgevonden op het gebied van internetsnelheid in sommige landen. Zo is het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld gezakt op de lijst ten opzichte van andere landen in West-Europa. De onderzoekers wijden dit aan de relatieve snelheid waarmee Full Fibre in het Verenigd Koninkrijk wordt uitgerold. Men is hier druk mee bezig in Engeland, maar het lijkt niet zo snel vooruit te gaan als in andere Europese landen. Ten slotte geven de onderzoekers aan dat er ook steeds vaker mensen zijn die bewust voor een abonnement met lagere snelheden kiezen in sommige landen, met name vanwege de hoge kosten. Dit kan natuurlijk ook iets doen met de resultaten! 

Conclusie  

Het ziet er dus naar uit dat Nederland het wereldwijd goed doet op het gebied van internetsnelheid. In de afgelopen jaren is er in ons land ook ineens veel tijd en geld gestoken in het aanleggen van glasvezelnetwerken. Hierdoor hebben we in grote delen van ons land al toegang tot sneller en stabieler internet. De verwachting is dat het gemiddelde in ons land dus alleen maar hoger gaat worden de komende jaren 😉


Datacenters in de ruimte, is dat haalbaar?

De Europese Unie gaf 2,1 miljoen euro uit aan een onderzoeksproject genaamd Advanced Space Cloud for European Net zero emission and Data sovereignty (ASCEND). Het onderzoek heeft 16 maanden geduurd en de EU is tot de conclusie gekomen dat datacenters plaatsen in de ruimte ’technisch en economisch haalbaar’ is. Daarnaast zou het een positieve impact hebben op het milieu. Buiten de dampkring hebben datacenters meer profijt van zonne-energie dan hier op aarde. Dit zou dus een goede oplossing kunnen zijn van de druk die datacenters hebben gebracht op het milieu en het elektriciteitsnet in Europa en de rest van de wereld. Uit een ander onderzoek blijkt namelijk dat alle datacenters ter wereld in 2026 net zoveel energie nodig zullen hebben als heel Japan. Daarnaast zorgen datacenters voor veel C02-uitstoot met het verwerken en opslaan van digitale gegevens.

Hoeveel datacenters moeten er de ruimte in?

ASCEND wil beginnen met 13 datacenters de ruimte in te lanceren in 2036, met een capaciteit van 10 megawatt. Uiteindelijk is de bedoeling dat er tegen 2050 zo’n 1300 datacenters de ruimte in zijn die samen een gigawatt aan energie genereren. Toevallig is dit hetzelfde jaar waarin de Europese Unie gezegd heeft klimaatneutraal te willen worden. Het klinkt in principe als een prima plan, maar het wordt nog niet zo makkelijk om die datacenters ook daadwerkelijk in de ruimte te krijgen. Dit gaat in ieder geval een hoop brandstof kosten, want iedere datacenter moet apart de ruimte in gelanceerd worden. Een andere onderzoeksgroep is om die reden bezig om een milieuvriendelijke manier van lanceren te ontwikkelen, waardoor er nog maar een tiende van de brandstof nodig zou zijn voor het lanceren van de datacenters.

Niet iedereen is het ermee eens

Het plan van de EU lijkt goed uitgedacht, maar er zijn toch een hoop mensen kritisch over. Al zou het plan veel opleveren, het gaat ook miljoenen aan brandstof kosten om te zorgen dat al die datacenters in een baan rond de aarde kunnen blijven bewegen. Een ander punt van kritiek is dat het in de ruimte lastiger wordt om de datacenters effectief te beschermen tegen andere, eventueel vijandelijke, landen. Ondanks de punten van twijfel lijkt het plan wel in trek te zijn, want ook Microsoft is samen met ruimtevaartbedrijf Loft Orbital onderzoek aan het doen naar AI datacenters in de ruimte!


Twee keer zoveel snelste glasvezel abonnementen  

In het eerste kwartaal van 2024 kozen 380000 huishoudens voor het snelste glasvezel abonnement met een snelheid van 1 gigabit of meer. In dezelfde periode een jaar eerder waren dit 200000 huishoudens, dus dat is bijna een verdubbeling in een jaar tijd. Deze gegevens komen uit de Telecommonitor van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). En hieruit blijkt dus dat de groei van glasvezel in Nederland steeds meer aan het doorzetten is. Dat is ook wel te merken als je om je heen kijkt. Op veel plekken wordt gegraven om glasvezel aan te leggen. Momenteel hebben al zeker 7,38 miljoen huishoudens glasvezel voor de deur liggen. Meer dan een derde daarvan heeft ook echt een glasvezel abonnement en maken dus ook gebruik van dit netwerk.  

Aanleg van glasvezel gaat niet overal even soepel  

Helaas zijn er nog delen van Nederland waar het aanleggen van glasvezel een beetje achterblijft. Dit is onder andere het geval in sommige delen van Groningen, Noord-Holland, Zeeland, Zuid-Holland en Limburg. Hier is het dus nog lang niet altijd mogelijk om gebruik te maken van een glasvezelverbinding. Het aantal mensen dat gebruikmaakt van een coax- of koperverbinding neemt steeds meer af. Er is vooral een sterke daling in koperverbindingen te zien in Nederland.  

Gecombineerde abonnementen niet meer zo populair  

Het gecombineerde abonnement met internet, tv en telefonie is niet meer zo populair in Nederland. Huishoudens kiezen liever voor een bundel met slechts twee diensten, aangezien vaste telefonie in veel huishoudens niet eens meer gebruikt wordt. Daarnaast blijkt uit de Telecommonitor dat consumenten steeds vaker kiezen voor een bundel met vast internet en een mobiel abonnement. Vaak krijgt men hiervoor korting op hun vaste contract en ook nog gratis extra data voor het mobiele abonnement.  

Conclusie  

Glasvezel blijft populariteit winnen in Nederland, zeker de snelste variant van het glasvezel abonnement. En dat terwijl een deel van ons land nog niet eens toegang heeft tot een glasvezelnetwerk. De aanleg van glasvezel gaat momenteel erg snel, maar blijft in een aantal regio’s nog een beetje achter. Ten slotte worden bundels met een combinatie van internet, tv en telefonie steeds minder gewild en kiezen meer consumenten voor een bundel van vast internet en een mobiel abonnement.  


Datacenters zijn niet meer weg te denken 

Inmiddels spelen datacenters een cruciale rol in onze maatschappij. Ze zorgen ervoor dat servers altijd blijven draaien, waardoor digitale diensten ieder uur van iedere dag bereikbaar zijn. De koeling van deze datacenters is momenteel de grootste uitdaging, aangezien ze 24/7 moeten draaien. Zonder koeling zouden ze in mum van tijd oververhit raken. Bij veel datacenters kiest men ervoor om water te gebruiken voor het koelen, omdat er anders een te hoog energieverbruik zou zijn.  

Is het waterverbruik van datacenters echt zo hoog?  

Voor de koeling verbruiken datacenters dus behoorlijk wat water. Of dit ook te veel is, is natuurlijk een beetje relatief, maar met de huidige risico’s op drinkwatertekort is er uiteraard wel wat van te zeggen. De Nederlandse overheid heeft inmiddels een protocol opgezet, genaamd de ‘Verdringingsreeks’. Dit protocol bepaalt dat wanneer er een drinkwatertekort dreigt, de toegang tot schoon water voor niet essentiële doeleinden wordt geblokkeerd. Datacenters vallen hieronder, dus de kans is groot dat ze in de hoogzomer geen toegang meer hebben tot de watervoorraad en weer over moeten op koelen met elektriciteit. Op dat moment dragen de datacenters dus niet meer bij aan een eventueel watertekort, maar is het eigenlijk ook al aan de late kant.  

Initiatieven om het waterverbruik terug te dringen

Gelukkig zijn er al een hoop partijen bezig met initiatieven en alternatieven om het waterverbruik van datacenters terug te dringen. Veel datacenters zijn actief bezig met een zogeheten watertransitie. Ze zoeken oplossingen om minder afhankelijk te zijn van drinkwater en het waterverbruik zoveel mogelijk te minimaliseren. Pathema is bijvoorbeeld al bezig met een duurzaam initiatief dat lineaire koelsystemen omzet in circulaire systemen. Water wordt hierbij behandeld zonder chemicaliën en kan steeds opnieuw gebruikt worden in een datacenter. Met deze aanpak kan men de watervoetafdruk verminderen met 40% en het waterverbruik zelfs met 95%!


Kunstmatige intelligentie en stroomverbruik  

Achter alle bestaande AI-modellen zitten datacenters die enorm veel stroom verbruiken. Kunstmatige intelligentie vergt immers een hoop rekenkracht en om die op te wekken, is er veel energie nodig. Datacenters gebruiken zo’n 10 tot 50 keer zoveel energie als een gemiddeld bedrijfspand per verdieping. Er is inmiddels heel wat onderzoek gedaan naar het energieverbruik en de impact op het klimaat van kunstmatige intelligentie. Een onderzoek van de Universiteit van Massachusetts wijst bijvoorbeeld uit dat het trainen van slechts één AI-model zorgt voor meer dan 283.000 kilogram aan C02. Helaas is het lastig om de impact van kunstmatige intelligentie op het milieu nauwkeurig te berekenen, aangezien veel techbedrijven niet transparant zijn over hun energieverbruik en C02-uitstoot.  

De impact van kunstmatige intelligentie op het klimaat kan ook positief zijn! 

Nu hebben we het alleen gehad over de negatieve impact van AI op het klimaat, maar er zijn ook een hoop manieren waarop AI-modellen juist kunnen meehelpen aan dingen die het milieu positief beïnvloeden. De Green AI-beweging is recent ontstaan en hun doel is om duurzame en milieuvriendelijke algoritmes te ontwikkelen. Kunstmatige intelligentie kan immers helpen om klimaatverandering beter in kaart te brengen en oplossingen hiervoor aan te dragen. Daarnaast kunnen we AI inzetten om natuurrampen beter te voorspellen, zodat mensen op tijd kunnen evacueren. Op dit moment wordt kunstmatige intelligentie al voor een aantal groene doeleinden ingezet:  

  • Illegale ontbossing tegengaan: Het WNF ontwikkelde een AI-model genaamd Forest Foresight. Ze zetten dit model in om illegale ontbossing op tijd tegen te houden, onder andere met behulp van satellietbeelden.  
  • Biodiversiteit monitoren: Wetenschappers hebben AI-technologie gecombineerd met drones en satellietbeelden om de biodiversiteit te kunnen monitoren. Zo spotten ze veranderingen sneller en kunnen ze indien nodig op tijd ingrijpen. Ook ziektes onder wilde dieren worden op deze manier sneller en makkelijker opgemerkt.  
  • Water reinigen en hergebruiken: Men kan met behulp van AI de kwaliteit van water beter in de gaten houden en het water op tijd reinigen. Zo ziet men sneller wanneer er chemicaliën of andere vervuilingen in het water zitten en kan het water meteen extra schoongemaakt worden.  
  • Verspilling tegengaan: Verspillingen van voedsel en water hebben een grote impact op het klimaat. Men onderneemt al veel om voedselverspilling tegen te gaan, maar met behulp van AI kunnen we hier nog wat verder in gaan. Denk bijvoorbeeld aan het hanteren van dynamische prijzen voor voedsel op basis van de houdbaarheidsdatum. Daarnaast kan AI voorspellingen doen, waardoor supermarkten hun inkoop beter kunnen afstemmen op het consumentgedrag.  

Dit zijn slechts een aantal voorbeelden van alle positieve dingen waar we kunstmatige intelligentie voor kunnen gebruiken op het gebied van duurzaamheid!

Conclusie  

Op dit moment is de negatieve impact van kunstmatige intelligentie nog behoorlijk duidelijk aanwezig, maar hier begint verandering in te komen. Men besteedt steeds meer aandacht aan energiezuinigheid en duurzaamheid bij het bouwen van datacenters en het ontwikkelen van AI-modellen. Daarnaast zijn er ook veel positieve dingen die kunstmatige intelligentie doet voor het milieu en het klimaat. Men is steeds meer bezig met het opzetten van milieuvriendelijke algoritmes die kunnen helpen om duurzame doelen te behalen. Momenteel zijn er al AI-modellen die goede dingen doen voor het milieu, zoals helpen verspilling tegen te gaan en biodiversiteit te monitoren.


Het gebruik van AI binnen de cultuursector

Kunstmatige intelligentie opent een hoop deuren en schept veel mogelijkheden, ook binnen de cultuursector. De erfgoedsector maakt momenteel al heel wat gebruik van AI, bijvoorbeeld voor het doorzoekbaar maken van handgeschreven brieven, gezichtsherkenning in audiovisueel materiaal om bepaald beeldmateriaal makkelijker te kunnen vinden en om nieuwe verbanden te leggen tussen Europese archieven. Maar ook op het gebied van cultuur kan AI natuurlijk voor veel dingen ingezet worden:

  • Waarde toevoegen voor publiek of organisatie: AI kan helpen om het culturele aanbod meer toegankelijk te maken voor het publiek. Dit kan bijvoorbeeld door middel van ondertiteling of automatische vertalingen. Organisaties kunnen AI inzetten om bezoekersaantallen accuraat in te schatten en hun personeelsinzet hierop aan te passen, waardoor ze heel wat kosten kunnen besparen.
  • Automatiseren en efficiënter maken van werkprocessen: Met kunstmatige intelligentie kan een organisatie een hoop werkprocessen automatiseren, wat leidt tot kostenbesparing en efficiënter werken. Voorbeelden hiervan zijn het automatisch vertalen van flyers, het bewerken van video’s en foto’s en het beantwoorden van vragen vanuit klanten via een chatbot. Veel culturele instellingen zijn onderbemand en moeten op hun kosten letten, dus dit zou een mooie uitkomst zijn!
  • Nieuwe producten aanbieden: Kunstmatige intelligentie is een fijn hulpmiddel voor het creëren van nieuwe producten. Makers kunnen het bijvoorbeeld als inspiratie gebruiken bij het maken van nieuwe muziek, het digitaal restaureren van een schilderij of om binnen een eigen collectie nieuwe verbanden te leggen en zo weer nieuwe content te creëren.
  • Verbeteren van de beleving voor het publiek: De culturele sector kan AI inzetten om hun publiek beter te bedienen, wat leidt tot een betere beleving. Voorbeelden hiervan zijn gepersonaliseerde digitale interactieve tours en rondleidingen met behulp van apps en gepersonaliseerde aanbiedingen op platforms van culturele instellingen.

Wat voor negatieve invloed heeft AI op culturele ontwikkeling?

We hebben nu een hoop positieve punten benoemd die kunstmatige intelligentie meebrengt voor de cultuursector, maar er zijn natuurlijk ook een aantal uitdagingen die daar tegenover staan. Zo is de kwaliteit van de output van AI soms nog twijfelachtig, zeker omdat we vaak niet weten waar de informatie precies vandaan komt en of deze dus wel juist is. Daarnaast is het voor makers opletten met auteursrechten, ook als je een AI-sample alleen als inspiratie gebruikt. AI kan immers informatie halen uit een werk waar auteursrecht op berust. En de grootste uitdaging waar we nu tegenaan lopen met het inzetten van kunstmatige intelligentie, is dat het vaak werkt op vooroordelen.

AI en vooroordelen

Het gebruik ervan kan uiteindelijk dus leiden tot een versterking van bepaalde vooroordelen, een invloed die we uiteraard niet willen voor AI aangezien het culturele ontwikkeling vaak juist in de weg staat. Veel generatieve AI-tools hebben bijvoorbeeld een Amerikaanse en Europese bias. Dit betekent dat de content die de AI genereert vaak niet representatief is voor mensen van over de hele wereld. De manier waarop AI getraind wordt, bepaalt wat voor uitkomsten de AI geeft. Gebruikt men alleen informatie die vooroordelen bevat over een bepaald ras of geslacht, dan is de kans groot dat de AI uitkomsten geeft die discrimineren. Dit is één van de redenen dat bedrijven er nog huiverig in zijn om AI in te zetten voor hun wervingsproces. Gelukkig neemt men al stappen om deze uitdaging aan te pakken, bijvoorbeeld het trainen van AI met meer diverse informatiesets. In de toekomst kunnen we kunstmatige intelligentie dus ook vooroordeel-vrij maken!